Wettelijke basis van het arbeidsvolume
De Kamer controleert jaarlijks het arbeidsvolume van de instelling.
Wettelijke basis:
- Artikel 14 en 50 van het Koninklijk Besluit (KB) van 18 juli 2002 gewijzigd door het Koninklijk Besluit (KB) van 19 september 2019
- Intern werkdocument, zoals voorzien in art. 11 § 2 van het Koninklijk Besluit (KB) van 18 juli 2002
- De Koninklijke Besluiten (KB) van 1 juni 2016 en 10 januari 2017
- Conceptuele nota V10 met betrekking tot de arbeidsvolumes – RSZ van 3 april 2018.
Controle van het arbeidsvolume
Tot en met de tewerkstellingscijfers van 2014 werden deze cijfers per instelling (en rekening houdend met de verkregen Maribel tewerkstelling sinds 2005) vergeleken met het referentiejaar, zijnde 2005. Door de jaren heen werd duidelijk dat enerzijds de controle op 1 jaar te beperkt is (bv. in het geval van een belangrijke opstart of stopzetting van projecten) en anderzijds dat het referentiejaar achterhaald is.
De Koninklijke Besluiten (KB) van 1 juni 2016 en 10 januari 2017 tot wijziging van het Koninklijk Besluit (KB) van 18 juli 2002 zorgden vanaf 2016 voor belangrijke wijzigingen bij o.m. de controle van het arbeidsvolume:
Vanaf 2016 vergelijkt het Beheerscomité per werkgever het gemiddelde van de arbeidsvolumes uit het jaar (n-3) en (n-2) met het arbeidsvolume van het jaar van de laatste toekenning.
Het koninklijk besluit van 19 september 2019 tot wijziging van het Koninklijk Besluit (KB) van 18 juli 2002 zorgt vanaf 2020 voor een wijziging bij o.m. de controle van het arbeidsvolume
De tewerkstellingscijfers van 2019 die we ontvangen van de RSZ, worden gecontroleerd vanaf november 2020 volgens de volgende methode:
Het arbeidsvolume van het jaar x wordt vergeleken met het arbeidsvolume van het jaar x-1 en met het arbeidsvolume van het jaar x-2. Bij de vergelijking wordt voor de 3 jaren het arbeidsvolume verminderd met het arbeidsvolume gesubsidieerd door de Maribel.
Concreet: Enerzijds zal het arbeidsvolume van 2019 vergeleken worden met het arbeidsvolume van 2018 en anderzijds met dat van 2017.
Een verklaring zal opgevraagd worden indien een daling wordt vastgesteld tussen 2019 en 2018 en een daling tussen 2019 en 2017. Deze verklaring moet gebeuren volgens de overlegprocedure van toepassing in uw instelling.
Uw dossier wordt besproken op het Beheerscomité. Het administratief team brengt u op de hoogte van de beslissing.
Het arbeidsvolume van de instelling zal jaarlijks worden gecontroleerd.
Behoud van het arbeidsvolume
Naast de wettelijke controle zoals hierboven beschreven is er ook de verplichting om de Kamer op de hoogte te brengen van elke wijziging in het arbeidsvolume in uw instelling.
STRUCTURELE daling waarvan de werkgever voorafgaandelijk op de hoogte is
De aanvraag om afwijking moet verplicht vóór de daling worden overgemaakt aan de Kamer via een aangetekend schrijven of via mail. Elke laattijdige vraag kan resulteren in een sanctie die door het Beheerscomité zal worden beslist. Eveneens het verzuimen door de werkgever om de Kamer in te lichten over een mogelijke volumedaling, kan worden gesanctioneerd.
De afwijkingsaanvraag dient volgende gegevens te bevatten:
- De vermindering van het arbeidsvolume uitgedrukt in voltijds equivalenten (VTE) gedurende een volledig kalenderjaar
- Datum vanaf wanneer de volumedaling zich voordoet
- De verschillende fases binnen de daling
- Een motivatie voor de reden van deze daling
- Verplicht volgen van de overlegprocedure: akkoord van de ondernemingsraad, het Comité voor preventie en bescherming op het werk, de syndicale delegatie. Indien de instelling niet beschikt over een overlegorgaan wordt de aanvraag (via mail) doorgestuurd naar drie regionale secretarissen van de erkende vakbonden met gelijktijdig in CC de Kamer.
Belangrijkste criteria voor de aanvaarding van een dossier volumedaling door het Beheerscomité:
- In geval van een belangrijke interne reorganisatie.
Enkele voorbeelden:
- Een werkgever beslist om een deel (of het geheel) van zijn activiteiten stop te zetten of over te hevelen naar een dienst waar de werknemers onder een ander Paritair Comité ressorteren
- Een werkgever ziet zich genoodzaakt zijn organisatie te herstructureren, waardoor tegelijk het arbeidsvolume zal verminderd worden
- Een werkgever bevindt zich in financiële moeilijkheden waardoor hij beslist het arbeidsvolume te verminderen
- Een overheid vermindert een deel (of het geheel) van de subsidies, waardoor de werkgever werknemers moet laten afvloeien
- Een overheid trekt een toelating tot het uitoefenen van een deel (of het geheel) van bepaalde activiteiten in
- Een overheid verplicht werkgevers in samenwerkingsverbanden te stappen, waardoor tegelijk arbeidsplaatsen bij de individuele werkgevers verloren gaan
- …
- Specifieke criteria per Kamer.
CONJUNCTURELE (niet-structurele) volumedaling
Jaarlijks, in de loop van de maand oktober ontvangt de Kamer van de overheid de tewerkstellingscijfers van het voorbije kalenderjaar die de evolutie van het arbeidsvolume aantonen voor elke instelling uit de sector.
Wanneer de Kamer een daling vaststelt (die niet werd gemeld) zal de Kamer de betrokken instellingen om een motivatie vragen.
Het Beheerscomité zal de ingediende motivatie bespreken en al dan niet aanvaarden. In geval de verantwoording niet wordt aanvaard kan de Kamer overgaan tot de terugvordering van de ten onrechte ontvangen subsidies.
De meest efficiënte procedure is dat de werkgever zo vlug mogelijk en spontaan de Kamer verwittigt van elke daling binnen het personeelsbestand.
Voorbeelden van motivering:
- Een volumedaling heeft zich nadien rechtgezet
- Moeilijkheden bij het vinden van het juiste personeel op de arbeidsmarkt
- …