Info voor werkgever

Afficher sous-menu Cacher sous-menu

Welke tussenkomsten voorziet het Fonds?

Bijkomend vormingsverlof

Wanneer de werknemer een opleiding tot zorgkundige volgt en minstens 50% tewerkgesteld is, dan heeft deze in principe recht op Vlaams opleidingsverlof (Vlaanderen) of Betaald Educatief Verlof (Brussel). Bovenop dit VOV of BEV geeft het Sociaal Fonds Ouderenzorg bijkomend vormingsverlof. Deze uren kunnen gebruikt worden om te studeren, lessen te volgen, examens af te leggen of stage te lopen.

De werkgever ontvangt een bijdrage van €24,27 per bijkomend uur vormingsverlof.

Goed om te weten:

  • Het toegekend VOV of BEV moet op het einde van het schooljaar volledig opgenomen zijn. De afrekening van het bijkomend vormingsverlof zal pas gebeuren nadat het totaal van het opgenomen VOV of BEV gekend is. Niet opgenomen VOV- of BEV-uren zullen bij de eindafrekening afgetrokken worden van het saldo bijkomend vormingsverlof.
  • Het Fonds vraagt aan de werkgever een bewijs op van aanmelding voor VOV of BEV, dit dient op het einde van het schooljaar aan het Fonds te worden bezorgd via mail.
  • Op het einde van het schooljaar, na ontvangst en verwerking van de ingevulde digitale steekkaart (en bewijs van VOV of BEV),  wordt via de eindafrekening het aantal opgenomen uren bijkomend vormingsverlof berekend en uitbetaald aan de instelling.

Terugbetaling van de inschrijvingskosten

Het Fonds betaalt de inschrijvingskosten terug met een maximum van € 770 per werknemer en per schooljaar. Met deze kosten worden het inschrijvings- en examengeld bedoeld. De kosten voor syllabi en ander materiaal worden niet vergoed.

Het Fonds vraagt aan de werkgever om het inschrijvingsgeld meteen na ontvangst door te storten aan de werknemer.

Wat zijn de toelatingsvoorwaarden?

Om in aanmerking te komen voor het project dient de werknemer aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • Ten minste negen maanden anciënniteit hebben opgebouwd bij aanvang van het schooljaar (1 sept of 1 feb) in een instelling binnen het PC 330, dit moet niet noodzakelijk bij de huidige werkgever zijn.
    • Deze voorwaarde is niet van toepassing voor 50-plussers of jongeren (-26 jaar). 
    • Vakantiewerk als jobstudent en een werknemersleerovereenkomst alternerende opleiding in het kader van alternerend leren tellen ook mee. Interimopdrachten en stage tellen niet mee.
  • Ten minste 19u tewerkgesteld zijn in een organisatie die deel uitmaakt van het PC 330.01.20 (woonzorgcentra, dagverzorgingscentra).
  • In aanmerking voor Vlaams opleidingsverlof of Betaald Educatief Verlof.
    • Indien bovenstaande niet het geval is, kan de werknemer toch deelnemen aan het project als:
      • deze in het laatste jaar van de opleiding zit en alleen nog stage moet lopen.
      • deze ten minste halftijds en minder dan 4/5 tewerkgesteld is en de werkuren niet samenvallen met de lesuren.
  • Nog niet ingeschreven zijn of deelnemen aan een langdurig vormingsproject van FeBi (vb. Opleidingsproject Zorgkundige) of aan ‘Duaal Leren’

Voorrang voor bepaalde werknemers - NIEUW SINDS SCHOOLJAAR 2023-2024

De beschikbare plaatsen binnen het project zijn beperkt. Daarom hanteren we onderstaande voorrangsprincipes:

  • Een werknemer krijgt, bij tijdig aanmelden, voorrang tot het project indien:
    • deze vorig schooljaar reeds deelnam aan het project (let op: enkel indien de werknemer, werkgever of het Fonds deze opleiding niet hebben stopgezet).
    • deze een verminderde arbeidsgeschiktheid heeft.
    • deze ouder is dan 50 jaar.
    • deze laaggeschoold is (maximaal diploma hoger secundair onderwijs).
  • Tot slot houden we rekening met het moment van aanmelden. We behandelen na het verwerken van de voorrangsregels de aanmeldingen chronologisch.

Daarnaast is er een maximaal aantal inschrijvingen per huis (inschrijvingen per huis, niet op groepsniveau) vanaf schooljaar 2023-2024.

< 50 personeelsleden maximaal één deelnemer
51-99 personeelsleden maximaal twee deelnemers
100-149 personeelsleden maximaal drie deelnemers
> 150 personeelsleden maximaal vier deelnemers

Berekening bijkomend vormingsverlof

De berekening van het aantal uren bijkomend vormingsverlof gebeurt op basis van de jobtime tijdens het project (werkuren per week rekening houdend met eventueel tijdskrediet) en van de gevolgde opleiding.

Per lestijd kent het Fonds 0,4 bijkomend vormingsuur toe. Voor een voltijds tewerkgestelde werknemer zal het Fonds maximaal 240 bijkomende vormingsuren toekennen per schooljaar.

De werknemer bepaalt zelf hoeveel lestijden per schooljaar opgenomen worden. Er wordt geen limiet gesteld aan het aantal schooljaren waarop de opleiding wordt gespreid.

Goed om te weten:

  • Bijkomende vormingsuren worden per schooljaar toegekend en kunnen enkel in datzelfde schooljaar opgenomen worden. Ze zijn dus niet overdraagbaar naar het volgend schooljaar.
  • De werknemer kan elk schooljaar één keer dubbelen (volgens dezelfde modaliteiten als hierboven vermeld).
  • Er kunnen maximum 240 vormingsuren toegekend worden per schooljaar.
  • Indien de werknemer de opleiding stopt, kan deze geen gebruik meer maken van de toegekende bijkomende vormingsuren vanaf de datum van stopzetting van de opleiding.
  • Langdurige afwezigheid op de werkvloer en opnemen van tijdskrediet hebben een impact op het aantal bijkomende vormingsuren.

Administratieve flow: bij de start van het schooljaar

De werkgever dient het aanvraagdossier in vóór 30/09/2023 voor werknemers die hun opleiding starten in september en vóór 15/02/2024 voor diegenen die starten in februari.

Deze aanvraag gebeurt online via deze pagina.

Bevestiging van deelname aan het project
Elk volledig ingediend aanvraagdossier zal door het Fonds worden onderzocht. Daarna wordt de instelling via e-mail op de hoogte gebracht van de aan de werknemer toegekende inschrijvingsgelden en vormingsuren. Vervolgens wordt het inschrijvingsgeld aan de werkgever uitbetaald. De werkgever stort het inschrijvingsgeld door naar de betrokken werknemer. Op het einde van het schooljaar zal het Fonds de toegekende vormingsuren voor het betreffende schooljaar uitbetalen op basis van de informatie op de door de werkgever ingediende digitale steekkaart en het bewijs van inschrijving voor Vlaams Opleidingsverlof of BEV.

Administratieve flow: in de loop van het schooljaar

Digitale individuele steekkaart
De werkgever dient de digitale individuele steekkaart (DIS) up-to-date te houden. Door dit formulier in te vullen en te actualiseren, krijgt de werkgever in real time zicht op het saldo bijkomend vormingsverlof dat per werknemer is toegekend.

Volgende gegevens dienen aangevuld te worden op de DIS:

  • het maandelijks aantal opgenomen vormingsuren van de werknemer
  • iedere wijziging in jobtime
  • afwezigheden:
    • indien deze langer zijn dan 30 kalenderdagen
    • verloven met betrekking tot zwangerschap of werkverwijdering

De cel blijft gedurende het hele schooljaar bereikbaar voor vragen en om tussendoor een beeld te schetsen over het saldo bijkomend vormingsverlof.

Administratieve flow: op het einde van het schooljaar

De digitale individuele steekkaart (DIS) dient aan het einde van het schooljaar en ten laatste op 31/07/2024 (of 30/09/2024 indien tweede zit) per e-mail bezorgd te worden aan het Fonds, samen met het bewijs van aanvraag van Vlaams Opleidingsverlof of attest van BEV. Na de ontvangst van deze documenten sturen wij een eindafrekening in functie van het aantal opgenomen uren bijkomend vormingsverlof van het Fonds.

De handtekeningen van de werknemer en werkgever zijn niet langer vereist, wel wordt gevraagd aan de werkgever om op de DIS aan te vinken dat alle gegevens correct werden ingevuld.
Eens de gegevens vermeld op de DIS verwerkt worden door de administratieve cel, zullen zowel de werkgever als de werknemer een e-mail ontvangen. Voor de werkgever zal met de eindafrekening het saldo van de toegekende vormingsuren worden verrekend en de finale betaling plaatsvinden. Bij deze eindafrekening wordt er rekening gehouden met eventuele wijzigingen in jobtime of afwezigheden en niet volledig opgenomen VOV/BEV. Doorheen het schooljaar zullen er geen betalingen gebeuren met uitzondering van terugbetaling inschrijvingsgelden. In geval van een negatief saldo op de eindafrekening, dient dit binnen de 10 werkdagen teruggestort te worden naar het Fonds.

Goed om te weten:
De financiële tussenkomsten van het Sociaal Fonds zijn maar definitief verworven voor zover geen andere betoelaging van de opleiding mogelijk is of wordt. M.a.w. bijkomende tegemoetkomingen (vb. opleidingscheques, door de school terugbetaalde inschrijvings- en examengelden, studiebeurs,….) dienen in aftrek te worden genomen van de tegemoetkomingen van het Fonds. Onterecht verkregen gelden dienen onverwijld teruggestort te worden aan het Fonds.

Enkel van toepassing voor werknemers die gebruik maken van BEV:
Gelieve het Fonds op het einde van het schooljaar via mail een kopie te bezorgen van het document: “getuigschrift van regelmatige inschrijving en/of trimestrieel getuigschrift van nauwgezetheid” ingevuld door de onderwijsinrichting voor het betreffende schooljaar. Dit geldt niet voor de werknemers die recht hebben op Vlaams opleidingsverlof.

Wanneer het Fonds onmiddellijk verwittigen?

  • indien de opleiding vroegtijdig wordt stopgezet, onderbroken of gewijzigd
    • opgelet: in geval van niet slagen, stopzetting etc. zal het inschrijvingsgeld nooit worden terug gevraagd. Enkel indien de werknemer bij vroegtijdige stopzetting van de opleiding (een deel van) de inschrijvingskosten door de school terugbetaald krijgt, vraagt het Fonds om dit bedrag zo snel mogelijk terug te betalen.
  • bij verandering van werkgever

Op dat moment dient de digitale individuele steekkaart zo snel mogelijk aan het Fonds te worden bezorgd, opdat de nodige afrekeningen kunnen gemaakt worden.

Jouw mening is belangrijk voor ons

Opdat we onze projecten jaarlijks kunnen evalueren is het van belang om ons de nodige feedback te bezorgen in onderstaande gevallen: